vrijdag 22 juni 2012

Het einde van een ding


Nadat ik de kauwgom in de prullenbak heb gegooid, gaat het naar een afvalverbrandingsfabriek.
Als het in de verbranding komt, komt warmte die vrij bij de verbranding van het afval kan nuttig worden aangewend voor stadsverwarming, in de industrie of voor het opwekken van elektriciteit. Zo werkt de straatverlichting en de tram en de metro in Amsterdam op elektriciteit opgewekt uit het huishoudelijk restafval van deze stad. In de nabije toekomst worden nog zo'n 15.000 woningen in Amsterdam Nieuw-West voorzien van warmte uit afval.
In afvalverbrandingsinstallaties wordt vaak ook biomassa mee gestookt.
Niet al het afval is brandbaar. De restproducten, zoals vliegas en bodemas, worden wel grotendeels nuttig toegepast. Een klein deel hoeft gestort te worden. Vliegas wordt bijvoorbeeld toegepast als vulstof in asfalt en bodemas wordt gebruikt als ophoogmateriaal in de wegenbouw. Extra maatregelen zorgen ervoor dat de verontreiniging die in de bodemas zit niet in de grond terecht komt. Zo wordt het speciaal verpakt verwerkt. Het voordeel is dat dit goedkoper is dan ophogen met zand.
Dat was het verhaal van kauwgom als die weggegooid word in de prullenbak. Als je je kauwgom gewoon op de grond gooit kan het 20 a 25 jaar duren voordat de kauwgom verteert is.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten